Vraag & Antwoord – Duiken met bloedverdunners / antistolling
Q/ Mag je duiken als je bloedverdunners gebruikt?
A/ Duiken kan potentieel gepaard gaan met bloedingsproblematiek. Bij duiken treden vaak micro (baro)traumata op in vooral de oren en de longen, die aanleiding kunnen geven tot lokale bloedingen. Bij gebruik van bloedverdunners kan dit tot ernstige problemen lijden. Daarnaast kunnen val-/snijverwondingen bloedingen geven die moeilijk te stelpen zijn. Ook is theoretisch de kans op decompressieziekte verhoogd bij gebruik van geneesmiddelen die de bloedingsneiging vergroten.
Duiken kan wel, mits er sprake is van een goede conditie, geen spontane bloedingen zijn geweest in het laatste jaar en er goed geklaard kan worden. Daarnaast dienen duiklocaties met een verhoogd risico op (val)verwondingen vermeden te worden (oa locaties met moeilijke instapplaatsen naar het water zoals glibberige dijken of een sterke golfslag). Probeer een conservatief duikprofiel aan te houden om het risico op een decompressieziekte te verkleinen.
Bovenstaande geldt voor álle vormen van bloedverdunners, dus zowel trombocytenaggregatieremmers (zoals Carbasalaatcalcium en Clopidogrel), vitamine K antagonisten (zoals Acenocoumarol) of DOAC’s (zoals Rivaroxaban of Apixaban).
Let op: de onderliggende aandoening waarvoor de bloedverdunner nodig is, kan op zichzelf staand reden zijn om duiken te ontraden. Raadpleeg daarom altijd een duikerarts als je een bloedverdunner voorgeschreven hebt gekregen.
Gebaseerd op richtlijn ‘Duiken met trombocytenaggregatieremmers of anticoagulantie’ van de Nederlandse Vereniging van Duikgeneeskunde (NVD). Deze richtlijn is gericht op recreatief sportduiken. Professionele duikers met een verhoogde bloedingsneiging, waaronder hobbymatig actieve divemasters en instructeurs, zijn in uitgangspunt ongeschikt voor het uitvoeren van duikinstructie, maar kunnen op geleide van de richtlijn wel geschikt geacht worden voor persoonlijke recreatieve sportduikactiviteiten.